U bent hier
Brusselse regering stelt voor: “inburgeringsplicht extra light”

“De Brusselse regering kiest voor een “inburgering extra light” in plaats van voor een volwaardig verhaal van rechten en plichten. Bovendien staat de afwijzende houding ten aanzien van Vlaanderen en het gebrek aan budget bij de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) een snelle inwerkingtreding in de weg”, aldus N-VA Brussels parlementslid Liesbet Dhaene, “Op die manier hypothekeert de Brusselse regering de toekomst van nieuwkomers in Brussel en de slaagkansen van een diverse Brusselse samenleving.”
Aan nieuwkomers in Brussel wordt enkel gevraagd om “op regelmatige wijze aanwezig” te zijn op de taallessen en de lessen burgerschap. Nergens wordt gecontroleerd of de nieuwkomer die kennis aangeboden op de taallessen en burgerschapslessen effectief verwerft. Nochtans is die kennis essentieel voor de nieuwkomer om vlot zijn plaats te vinden in onze samenleving. De maximale sanctie is 2.500 Euro. Inburgeraars die het zich kunnen veroorloven, kunnen de inburgeringsplicht bijgevolg afkopen. “De Brusselse inburgering is geen verhaal van rechten en plichten”, besluit Dhaene, “Het gaat hier eerder om “inburgering extra light””.
Brussel kan enkel gebruik maken van de Vlaamse inburgeringstrajecten in Brussel als er een samenwerkingsakkoord gesloten wordt met Vlaanderen. Maar in plaats van eerst overleg te plegen, besloten ministers Smet (SP.A) en Fremault (CDH) om eerst zelf de regels vast te leggen en daarna Vlaanderen voor voldongen feiten te plaatsen in het kader van het overleg. “Vorige week bestempelde Brussels Minister-President Vervoort de Vlaamse inburgering nog als “niet inclusief””, aldus Dhaene, “Je kan je de vraag stellen of de Brusselse regering die samenwerking met Vlaanderen wel wil? Nochtans hebben de inburgeringstrajecten die het Vlaamse “Brussels Onthaalbureau” al meer dan tien jaar aanbiedt in Brussel, een enorme meerwaarde voor de Brusselse nieuwkomers en de Brusselse samenleving. Vlaanderen voorziet trouwens 5.400 van de in totaal 9.400 Brusselse trajecten.”
Tenslotte zijn er nog veel vragen over de effectieve inwerkingtreding van deze inburgeringsplicht. Minister Fremault stelde dat de inburgeringsplicht pas echt kon ingesteld worden als er voldoende inburgeringstrajecten zijn voor het verwachte aantal nieuwkomers. Maar de COCOF, waarin dezelfde Franstalige ministers vertegenwoordigd zijn als deze in Brussel, voorziet geen budget voor bijkomende trajecten. “Een typisch Brusselse schizofrene situatie, waar de Franstalige Brusselse ministers zich in Brussel verbinden om inburgering verplicht te stellen, maar diezelfde ministers in de COCOF niet voorzien in de nodige financiering om deze inburgeringsplicht echt in werking te laten treden”, besluit Dhaene.