U bent hier
Het GO! brengt de onderwijskansen van anderstalige leerlingen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs in gevaar

Leerlingen die thuis een andere taal spreken dan het Nederlands, mogen die ook gebruiken op de speelplaats en zelfs in de klas. Dat staat in een nieuwe leidraad waarmee het Gemeenschapsonderwijs (GO!) dit schooljaar aan de slag gaat. “Zeker in Brussel, waar de taalachterstand van de leerlingen zorgwekkend is, moet men maximaal inzetten op de kennis van het Nederlands”, aldus Brussels N-VA parlementslid Liesbet Dhaene, “Zoniet brengt men de onderwijskansen van de anderstalige leerlingen in gevaar.”
De taalachterstand in de Brusselse Nederlandstalige scholen is zorgwekkend. Dat is niet verwonderlijk: slechts drie op de tien leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs spreken ook thuis Nederlands. Daarbij komt dat de omgevingstaal in Brussel – in tegenstelling tot in Vlaanderen – hoofdzakelijk het Frans is. Toch is de kennis van het Nederlands essentieel om op een goede en succesvolle manier school te lopen in het Nederlandstalig onderwijs. Taalachterstand creëert leerachterstand omdat de leerlingen de uitleg en de richtlijnen van de leerkrachten niet begrijpen.
“Ik begrijp dat het voor Nederlandstalige Brusselse scholen, die een overwegend anderstalige schoolpopulatie hebben, niet eenvoudig is om de norm voor het Nederlands te handhaven.” aldus Dhaene, “Maar de oplossing ligt er niet in om de lat lager te leggen en de thuistaal toe te laten op de speelplaats en in de klas. Ironisch genoeg zijn vele anderstalige ouders zich hiervan bewust. Anderstalige ouders klagen dat hun kinderen onvoldoende Nederlands leren omdat er op de Nederlandstalige Brusselse school te veel Frans wordt gesproken.”
De aanbevelingen van de onderwijsinspectie ten aanzien van het Brussels Nederlandstalig onderwijs waren duidelijk: leerkrachten moeten taalgericht onderwijs geven binnen elk leergebied en vak. Het is door in te zetten op het Nederlands bij de leerlingen, in elke les, bij elk vak, dat het Brussels Nederlandstalig onderwijs erin zal slagen om de eindtermen te halen op hetzelfde niveau als in de rest van Vlaanderen. “Door net het omgekeerde te doen, brengt het GO! de onderwijskansen van haar anderstalige leerlingen in gevaar”, besluit Dhaene.