Brusselse regering bouwt tweetaligheid Brusselse gemeenten nog meer af

“De Brusselse gemeenten werven massaal Nederlandsonkundig personeel aan en wat doet de Brusselse regering? Die zorgt ervoor dat gemeenten hun (onwettige) personeelsbeslissingen niet meer ter goedkeuring moeten voorleggen aan het Gewest”, stelt Brussels N-VA parlementslid Liesbet Dhaene vast. “Met deze beslissing van de Brusselse regering zijn we weer een stap verder weg van een échte tweetalige hoofdstad. Onrustwekkend is dat dit mét medewerking gebeurt van de Vlaams-Brusselse partijen Open VLD en Sp.a.”

Gemeentepersoneel dat aangeworven wordt voor een functie waarbij ze in contact komen met publiek, moet tweetalig zijn. Maar de onwil van een aantal Brusselse lokale besturen om personeel aan te werven dat ook Nederlands spreekt, is intussen legendarisch. Gemeentelijke personeelsaanwervingen moeten in principe ter goedkeuring voorgelegd worden aan het Gewest. Minister-President Vervoort moet dan als voogdijminister tegen onwettige aanwervingen van ééntalig personeel optreden. In de praktijk gebeurt dit nagenoeg nooit.

“Maar nu gaat de Brusselse regering nóg een stap verder door bij ordonnantie (een Brusselse wet) het goedkeuringstoezicht van het Gewest gewoonweg af te schaffen.  De Brusselse regering bewijst hiermee nog eens dat er geen politieke wil is om van Brussel een échte tweetalige hoofdstad te maken. Ondertussen krijgen de onwillige gemeenten het signaal dat tweetaligheid niet gecontroleerd zal worden en zullen ze helemaal geen inspanningen meer leveren om aan de taalwetgeving te voldoen. Het is zoals de sleutel van de snoepkast geven aan een kind dat niet mag snoepen”, verduidelijkt Dhaene.

Het ontwerp van ordonnantie zal vrijdag gestemd worden in de plenaire vergadering van het Brussels parlement. “Ik hoop dat de Brusselse regering, en zeker de Vlaams-Brusselse partijen, tot inkeer komen en tegen dit voorstel stemmen. Met dit voorstel zet de Brusselse regering een grote stap verder weg van een écht tweetalig hoofdstedelijk Gewest en degradeert ze Nederlandstaligen tot tweederangsburgers”, besluit Dhaene.